Het was alweer een maand geleden dat we op een jaaroverzicht moesten wachten. Hier het definitieve ... van 2007 althans.
Het jaar des heren 2007 was na een dipje vorig jaar opnieuw een muzikale hoogvlieger. Tewijl het in 2006 schrapen was om tien platen te verzinnen die boven de middelmaat uitstaken, was dat nu geen enkel probleem. Er was zelfs een overaanbod. Vaste waarden zoals Interpol, Wilco of Arcade Fire leverden puik werk af. Dat ze toch niet in mijn top-10 raakten, zegt veel over het niveau dat dit jaar gehaald werd.
Andere trends dit jaar waren de vele reünies en would be comebacks van oude knarren, waaraan meestal een muffe geur van dollars hing. Maar goed, wie er zijn geld wil aan geven, moet dat zelf dan maar weten. Toch zorgde een rist comebacks ook voor mooie momenten, zoals die van Dinosaur Jr, Crowded House of Buffalo Tom.
Maar goed, hieronder de naar mijn bescheiden mening beste tien platen uit 2007:
Radiohead: In rainbows
“Wanneer je Radiohead hoort, vraag ik me af waarmee de anderen eigenlijk bezig zijn”. Het is een omschrijving die ik na het verschijnen van In rainbows hoorde en die niet beter kan omschrijven hoe groot mijn achting voor deze Engelse meestermuzikanten is. Wanneer de anderen hier in dit rijtje in de Champion's League spelen, spelen deze Oxford-boys in een interplanetaire competitie. Deze keer geen nieuwe muzikale revolutie, maar tien toegankelijkere, tijdloze nummers die stuk voor stuk de concurrentie naar huis spelen. En niet alleen muzikaal stond Radiohead dit jaar op eenzame hoogte. Na de release van hun plaat op hun website zou het vijftal ook moeten worden uitgeroepen tot marketeer van het jaar.
The National: Boxer
Dit vijftal uit het Amerikaanse Cincinatti leverde twee jaar geleden met Alligator al een puike plaat af, maar met Boxer mogen ze zich ondertussen een cultstatus toemeten. Dit is smullen van overheerlijke subtiele songs die baden in een sfeer waarin zelfs Didier Reynders en Joëlle Milquet verliefd zouden worden. Stijlvol, eclectisch, poëtisch, geraffinneerd. Boxer wint niet alleen op punten, de plaat mept je al na een luisterbeurt tegen het canvas.
LCD Soundsystem: Sound of silver
De tweede worp van discofunkjunkie James Murphy lijkt minder in het oor jumpende riedeltjes à la Daft Punk is in my house te bevatten en vraagt iets meer inlevingsvermogen, maar doet al na enkele luisterbeurten elke vezel in je lichaam shaken. Deze New Yorkers weten als geen ander explosieve coctails van punk, funk en disco te brouwen die je als dansende derwisjen in trance brengen. Als daar Al Qaida maar niet achterkomt.
Elvis Perkins: Ash Wednesday
Je moeder die de geest geeft in de crash op de WTC-torens, je vader – psychokiller Anthony Perkins – die sterft aan AIDS: je zou van minder beginnen kwelen. Maar Elvis doet het met zoveel bezieling, bravoure en branie dat je alleen maar het hoofd kunt buigen en bravo kunt zeggen. Zijn akoestische miniatuurtjes grijpen je naar de keel zoals alleen de wurger van Warshau dat kan. Moordend mooi!
Beirut: The flying club cup
Een 21-jarige jongeman uit New-Mexico die nu in Parijs woont, Balkanmuziek maakt en zijn groep Beirut noemt: geef toe, een makkelijk verhaal is dit niet. Maar toch slaagt Zach Condon erin om steeds meer muzikale zieltjes te winnen. Hij doet dat met meeslepende nummers die een geslaagde kruising zijn van zigeunermuziek en Franse chanson en volgestouwd zitten met orgeltjes, blazers en vooral een diepwarme stem, die de eigendom is van een Amerikaan die weet dat Jacques Brel een Belg is. Chapeau!
Modest Mouse: We were dead before the ship even sank
Sinds ex-Smiths-gitaarlegende Johnny Marr succesvol solliciteerde bij Modest Mouse gaat het steil bergop voor deze punkrockers uit Washington. Ook hun vier vorige albums klinken lichtjes fantastisch, maar We were dead before the ship even sank is nog fantastischer. Deze jongens typeren, heeft weinig zin. Wie ze kent, is er al lang weg van. Wie ze niet kent, weet nu wat te doen.
Feist: The reminder
Wie de frèle, subtiele, gracieuze songs van deze dame hoort, kan moeilijk geloven dat Leslie Feist ooit bijna haar stembanden kapot schreeuwde in een hardcoreband. Gelukkig deed de Canadese diva dat niet, anders waren we verstoken gebleven van alweer een sublieme creatie die in 2007 haar gelijke niet kent, toch niet in dit genre.
Vic Chesnutt: North star deserter
Chesnutt is een alcoholverslaafde Amerikaanse rolstoelpatiënt die melancholische, akoestische treurwilgsongs schrijft. Zelfmoordneigingen blijven deze keer echter uit. Chesnutt trok voor North star deserter immers de grens over om er met de Canadezen van Silver Mount Zion, een reeks andere postrockers van Constellation en Guy Picciotto van Fugazi een nieuwe plaat in elkaar te knutselen. En dat was duidelijk de Red Bull die Chesnutt vleugels gaf. De dramatiek en melancholie zijn gebleven, maar de nummers kregen een elektroshock die ons doet ontwaken uit de lethargie waarin we na veertien platen verzeild waren geraakt.
Battles: Mirrored
Ongetwijfeld een van de meest bizarre platen van de laatste jaren en alleen al daarom verdient dit album een plaats in dit rijtje. Maar wie eenmaal gewend raakt aan het muzikale idioom van deze New Yorkse geluidstechneuten krijgt toegang tot een totaal nieuw muzikaal universum. Battles gooit allerlei klanken en stemmen als een volleerd team topwetenschappers door een deeltjesversneller en het resultaat klinkt in elke song verbazend anders. Na moleculair voedsel nu ook moleculaire muziek! Live werkt dit overigens nog aanstekelijker dan op plaat. Ga dat zien, ga dat zien.
Klaxons: Myths of the near future
Je een nieuwe klank toeëigenen, is met het overaanbod aan concurrenten geen sinecure meer. Klaxons slaagde daar in 2007 echter het meest in. Toegegeven, de naam nu rave die de muziek van deze Londenaars meekreeg, is ronduit belachelijk, maar klinkt wel zeer swingend, sexy en spacy. Naast Radiohead de enige Britten in deze lijst en dus de verdiende laureaten van de Mercury Prize.
Hebben de lijst net niet gehaald: Spoon (Ga Ga Ga Ga Ga), Arcade Fire (Neon Bible), Bright Eyes (Cassadaga), The Shins (Wincing the night away), Okkervil River (The Stage Names), PJ Harvey (White chalk), Band of Horses (Cease to begin), Wilco (Sky Blue Sky)
Beste single: Fans van Kings of Leon
Beste concert: Wilco in Vooruit en LCD Soundsystem op Rock Werchter
Beste Belgische groep: andermaal, maar deze keer te onopgemerkt voorbij gegaan: Zita Swoon met Big City
Beste lijst van 2007: die van mij
Ayatollah of Love
Andere trends dit jaar waren de vele reünies en would be comebacks van oude knarren, waaraan meestal een muffe geur van dollars hing. Maar goed, wie er zijn geld wil aan geven, moet dat zelf dan maar weten. Toch zorgde een rist comebacks ook voor mooie momenten, zoals die van Dinosaur Jr, Crowded House of Buffalo Tom.
Maar goed, hieronder de naar mijn bescheiden mening beste tien platen uit 2007:
Radiohead: In rainbows
“Wanneer je Radiohead hoort, vraag ik me af waarmee de anderen eigenlijk bezig zijn”. Het is een omschrijving die ik na het verschijnen van In rainbows hoorde en die niet beter kan omschrijven hoe groot mijn achting voor deze Engelse meestermuzikanten is. Wanneer de anderen hier in dit rijtje in de Champion's League spelen, spelen deze Oxford-boys in een interplanetaire competitie. Deze keer geen nieuwe muzikale revolutie, maar tien toegankelijkere, tijdloze nummers die stuk voor stuk de concurrentie naar huis spelen. En niet alleen muzikaal stond Radiohead dit jaar op eenzame hoogte. Na de release van hun plaat op hun website zou het vijftal ook moeten worden uitgeroepen tot marketeer van het jaar.
The National: Boxer
Dit vijftal uit het Amerikaanse Cincinatti leverde twee jaar geleden met Alligator al een puike plaat af, maar met Boxer mogen ze zich ondertussen een cultstatus toemeten. Dit is smullen van overheerlijke subtiele songs die baden in een sfeer waarin zelfs Didier Reynders en Joëlle Milquet verliefd zouden worden. Stijlvol, eclectisch, poëtisch, geraffinneerd. Boxer wint niet alleen op punten, de plaat mept je al na een luisterbeurt tegen het canvas.
LCD Soundsystem: Sound of silver
De tweede worp van discofunkjunkie James Murphy lijkt minder in het oor jumpende riedeltjes à la Daft Punk is in my house te bevatten en vraagt iets meer inlevingsvermogen, maar doet al na enkele luisterbeurten elke vezel in je lichaam shaken. Deze New Yorkers weten als geen ander explosieve coctails van punk, funk en disco te brouwen die je als dansende derwisjen in trance brengen. Als daar Al Qaida maar niet achterkomt.
Elvis Perkins: Ash Wednesday
Je moeder die de geest geeft in de crash op de WTC-torens, je vader – psychokiller Anthony Perkins – die sterft aan AIDS: je zou van minder beginnen kwelen. Maar Elvis doet het met zoveel bezieling, bravoure en branie dat je alleen maar het hoofd kunt buigen en bravo kunt zeggen. Zijn akoestische miniatuurtjes grijpen je naar de keel zoals alleen de wurger van Warshau dat kan. Moordend mooi!
Beirut: The flying club cup
Een 21-jarige jongeman uit New-Mexico die nu in Parijs woont, Balkanmuziek maakt en zijn groep Beirut noemt: geef toe, een makkelijk verhaal is dit niet. Maar toch slaagt Zach Condon erin om steeds meer muzikale zieltjes te winnen. Hij doet dat met meeslepende nummers die een geslaagde kruising zijn van zigeunermuziek en Franse chanson en volgestouwd zitten met orgeltjes, blazers en vooral een diepwarme stem, die de eigendom is van een Amerikaan die weet dat Jacques Brel een Belg is. Chapeau!
Modest Mouse: We were dead before the ship even sank
Sinds ex-Smiths-gitaarlegende Johnny Marr succesvol solliciteerde bij Modest Mouse gaat het steil bergop voor deze punkrockers uit Washington. Ook hun vier vorige albums klinken lichtjes fantastisch, maar We were dead before the ship even sank is nog fantastischer. Deze jongens typeren, heeft weinig zin. Wie ze kent, is er al lang weg van. Wie ze niet kent, weet nu wat te doen.
Feist: The reminder
Wie de frèle, subtiele, gracieuze songs van deze dame hoort, kan moeilijk geloven dat Leslie Feist ooit bijna haar stembanden kapot schreeuwde in een hardcoreband. Gelukkig deed de Canadese diva dat niet, anders waren we verstoken gebleven van alweer een sublieme creatie die in 2007 haar gelijke niet kent, toch niet in dit genre.
Vic Chesnutt: North star deserter
Chesnutt is een alcoholverslaafde Amerikaanse rolstoelpatiënt die melancholische, akoestische treurwilgsongs schrijft. Zelfmoordneigingen blijven deze keer echter uit. Chesnutt trok voor North star deserter immers de grens over om er met de Canadezen van Silver Mount Zion, een reeks andere postrockers van Constellation en Guy Picciotto van Fugazi een nieuwe plaat in elkaar te knutselen. En dat was duidelijk de Red Bull die Chesnutt vleugels gaf. De dramatiek en melancholie zijn gebleven, maar de nummers kregen een elektroshock die ons doet ontwaken uit de lethargie waarin we na veertien platen verzeild waren geraakt.
Battles: Mirrored
Ongetwijfeld een van de meest bizarre platen van de laatste jaren en alleen al daarom verdient dit album een plaats in dit rijtje. Maar wie eenmaal gewend raakt aan het muzikale idioom van deze New Yorkse geluidstechneuten krijgt toegang tot een totaal nieuw muzikaal universum. Battles gooit allerlei klanken en stemmen als een volleerd team topwetenschappers door een deeltjesversneller en het resultaat klinkt in elke song verbazend anders. Na moleculair voedsel nu ook moleculaire muziek! Live werkt dit overigens nog aanstekelijker dan op plaat. Ga dat zien, ga dat zien.
Klaxons: Myths of the near future
Je een nieuwe klank toeëigenen, is met het overaanbod aan concurrenten geen sinecure meer. Klaxons slaagde daar in 2007 echter het meest in. Toegegeven, de naam nu rave die de muziek van deze Londenaars meekreeg, is ronduit belachelijk, maar klinkt wel zeer swingend, sexy en spacy. Naast Radiohead de enige Britten in deze lijst en dus de verdiende laureaten van de Mercury Prize.
Hebben de lijst net niet gehaald: Spoon (Ga Ga Ga Ga Ga), Arcade Fire (Neon Bible), Bright Eyes (Cassadaga), The Shins (Wincing the night away), Okkervil River (The Stage Names), PJ Harvey (White chalk), Band of Horses (Cease to begin), Wilco (Sky Blue Sky)
Beste single: Fans van Kings of Leon
Beste concert: Wilco in Vooruit en LCD Soundsystem op Rock Werchter
Beste Belgische groep: andermaal, maar deze keer te onopgemerkt voorbij gegaan: Zita Swoon met Big City
Beste lijst van 2007: die van mij
Ayatollah of Love
Labels: 2007, jaaroverzicht, lijstje
2 Comments:
Radiohead marketeer van het jaar?
Da's een goeie! Amper anderhalve euro voor een CD en uit pure armoede terug moeten gaan aankloppen bij een label.
Schitterende plaat, dat wel...
By Anoniem, at 8:54 a.m.
Tja. Het een sluit het ander niet uit hé. Trouwens, de titel van manager van het jaar is toch al lang gedevalueerd. Zelfs een hoofdredacteur van een kwaliteitskrant kan die nu winnen, ook al moet die er eerder deontologisch voor zorgen dat de vermenging tussen journalistiek en commercie niet te groot wordt. Denk daar maar eens over na.
Ayatollah
By Ayatollah of Love, at 10:23 p.m.
Een reactie posten
<< Home